Korte geschiedenis van het Hinsz-orgel
Het is algemeen bekend dat de provincie Groningen in binnen- en buitenland beroemd is om haar orgelrijkdom. Een van de meest bekende orgels in de provincie is ongetwijfeld dat van de Petruskerk te Leens.
Reeds in 1774 schreef Joachim Hess hierover:
(1774) “Toen ik dit orgel bij het binnenkomen van eene maar middelmatige dorpskerk Anno 1747 in ’t oog kreeg, stonde ik verwonderd over deszelfs trotse vertoning” In 1815 schreef Hess: “Leens, een Dorp, waarlyk niet van den aanzienlijkste, waarom ik ook als verbaast stonde, toen ik voor de eerste maal desselfs Kerk-Orgel in ’t oog kreeg, en bespeelde, zo wegens desselfs grootte als fraaiheid in gezigt en gehoor.”
Het orgel in de Petruskerk te Leens werd in de jaren 1733/34 gemaakt door de Groninger orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz in opdracht van Anna Habina Lewe, douairière Van Starkenborg, collatrix van de Kerk van Leens.
De Vrouwe van Verhildersum was de weduwe van Edzard Jacob Tjarda van Starkenborg. Als unica collatrix beheerde zij de goederen van de kerk van Leens. Zo kon zij, geheel onafhankelijk, de opdracht aan Hinsz geven.
De nog jonge Hinsz had zijn naam als zelfstandig orgelmaker gevestigd bij de ombouw en vergroting van het orgel in de Martinikerk te Groningen in 1729, in opdracht van de weduwe van Frans Caspar Schnitger (met wie hij later trouwde). Schnitger had in 1728 opdracht gekregen tot renovatie van het Martini-orgel te Groningen. Hij overleed echter vlak na aanvang van de werkzaamheden in de Martinikerk.
Na deze renovatie, die Hinsz dus uitvoerde uit naam van de weduwe van Schnitger, voltooide hij in 1731 het orgel in de kerk van Zandeweer dat hij maakte in opdracht van Onno Tamminga van Alberda, borgheer van Scheltkema Nijenstein te Zandeweer.
Van dit orgel ging, evenals dat van de Martinikerk, zoveel roem uit dat de Vrouwe Van Starkenborg aan Hinsz opdracht gaf het oude orgel in de Leenster Petruskerk te vervangen door een geheel nieuw instrument.
Hinsz nam de bouw van het orgel aan voor f 3.400,–, “waarvoor hij moest leveren alles wat tot het nieuwe orgel nodig was. Echter de kast, het beeldhouwerk, het fondement en het balghuis bleven ten laste van de Uitbestedersche.”
Het orgel kreeg 27 stemmen, verdeeld over hoofdwerk, rugpositief en een vrij pedaal.
De vormgeving en detaillering van het instrument ontleende Hinsz aan het Schnitger-orgel (1721) van de Michaëlskerk van Zwolle. Deze opbouw herhaalde Hinsz een aantal keren: in Almelo, Midwolda, Harlingen, Bolsward en Uithuizermeeden. Van al deze instrumenten klinkt het orgel van Leens het meest briljant. Het staat voor wat betreft de klank dan ook het dichtst bij de Schnitger-traditie. Van de rijk versierde orgelkast zijn het snijwerk en de beelden gemaakt door Theodorus van der Haven en Caspar Struiwigh.
Het orgel werd in de jaren 1843/44 op enkele zaken gerenoveerd door Geert Pieters Dik, in 1867 gerepareerd door Petrus van Oeckelen – na de bouw van de nieuwe toren – en in 1922 hersteld door Jan Doornbos, waarbij toen de originele windvoorziening verdween en alle frontpijpen werden vernieuwd. In alle drie gevallen werd de oorspronkelijke dispositie aangetast.
Het orgel, dat tijdens de kerkrestauratie van 1948-52 in een omhulling was ingepakt, werd na voltooiing van de restauratie weer bespeelbaar gemaakt. Het bleek toen dat het kostbare instrument zodanig had geleden dat een totale restauratie nodig was.
Deze werd in de jaren 1967-1968 uitgevoerd door de orgelmakers Gebr. Van Vulpen te Utrecht. Hierbij werd de oorspronkelijke dispositie hersteld, maar een extra windkanaal uit 1844 en de windvoorziening alsmede de frontpijpen uit 1922 werden gehandhaafd.
Het orgel werd weer in gebruik genomen op 26 april 1968.
In 2010 werd het instrument omgestemd naar een Neidhardt-II temperatuur.
In de afgelopen jaren diende groot onderhoud zich steeds nadrukkelijker aan. Onder advies van Henk de Vries werden plannen hiertoe in gang gezet. Door een extra provinciale subsidie kon dit groot onderhoud tot een restauratie worden, waarbij de windvoorziening (een magazijnbalg) werd vervangen door vijf gereconstrueerde spaanbalgen. De frontpijpen van de drie prestanten werden opnieuw geïntoneerd. De Kalcantenklok werd gecompleteerd omdat er nu weer met getreden wind kan worden gespeeld. De restauratiewerkzaamheden werden in 2019-2021 uitgevoerd door Orgelmakerij Reil B.V. uit Heerde.
Voor de uitgebreide geschiedenis van kerk en orgel wordt verwezen naar het boekje “Het Hinsz-orgel te Leens”, geschreven door Dr. Arend Jan Gierveld m.m.v. Herman Smedema.
Concertserie
Toen de orgelrestauratie in 1968 gereed was, betekende deze feitelijk de voltooiing van de kerkrestauratie, van 1948-1952. De toenmalige organist, drs. Anne Risselada vond dat het gebruik van zo’n orgel niet tot de zondagochtenddienst beperkt mocht blijven en daarom werden door Risselada en de kerkvoogd Jan Oostindiën (nu nog penningmeester van de Stichting Hinszorgel!) plannen voor de toekomst gesmeed.
De eerste concertseries werden georganiseerd door de orgelcommissie van de Hervormde gemeente. Het bleek dat met uitbreiding van het aantal concerten de organisatie toenam en een meer professionele aanpak werd vereist. Op 24 april 1975 werd daarom de Stichting Hinszorgel Leens opgericht die sindsdien de orgelconcerten organiseert.
De concertseries hebben een grote vlucht genomen. Aanvankelijk 9 concerten per seizoen, geleidelijk vermeerderd tot 21 in 1996 en vanaf die tijd jarenlang vanaf de tweede zaterdag in mei tot en met de laatste zaterdag in september. Het topjaar voor wat betreft het aantal concertbezoekers was 1977, toen gemiddeld 123 bezoekers de 21 concerten bijwoonden. De laatste jaren is het concertbezoek gemiddeld ca. 50 bezoekers per concert.
Nóg een paar cijfers: tot en met de serie 2021 hebben er 1087 concerten plaatsgevonden. Het aantal concertbezoekers tot en met 2020 is 77874. Dit mag een respectabel aantal worden genoemd voor een plattelandskerk, zeker als men bedenkt dat er de laatste twintig jaren in Groningen veel belangwekkende instrumenten zijn gerestaureerd waarop eveneens wordt geconcerteerd!
Naast de organisatie van orgelconcerten heeft het orgel verder bekendheid gekregen door de uitgave van meerdere geluidsdragers. Ook is het stichtingsbestuur van mening dat het bespelen van zo’n prachtig instrument niet alleen voorbehouden dient te zijn aan enkele geselecteerde beroepsmusici. Er wordt daarom een open beleid gevoerd waarbij, tegen een bescheiden vergoeding, de mogelijkheid wordt geboden het orgel te bespelen.
Sinds 2021 is de kerk van Leens aangesloten op het internet en met geavanceerde apparatuur kunnen nu orgelevenementen wereldwijd worden verspreid.
Het huidige stichtingsbestuur hoopt dan ook dat het ingezette beleid nog jarenlang voortgezet mag worden zodat velen in de gelegenheid worden gesteld met dit schitterende orgel kennis te maken en er van te genieten!
Dispositie
Manuaal (C-c³): | Rugpositief (C-c³): | Pedaal (C-d¹): |
Prestant 8 vt | Prestant 4 vt | Prestant 8 vt |
Quintadeen 16 vt | Fluitdous 8 vt | Bourdon 16 vt |
Roerfluit 8 vt | Holpijp 4 vt | Roerquint 6 vt |
Speelfluit 4 vt | Nasard 3 vt | Octaaf 4 vt |
Octaaf 4 vt | Octaaf 2 vt | Mixtuur 4-5-6 st |
Quint 3 vt | Quint 1 1/3 vt | Bazuin 16 vt |
Octaaf 2 vt | Sexquialter 2 st | Trompet 8 vt |
Mixtuur 4-5-6 st | Scherp 4 st | Cornet 2 vt |
Trompet 8 vt | Dulciaan 8 vt | |
Vox Humana 8 vt |
Nevenregisters:
Koppeling (registertrekker die de schuifkoppel bedient)
Koppeling Pedaal (Van Vulpen, 1981)
Tremulant (opliggend, op hoofdkanaal op niet originele plaats) (Mense Ruiter, 1985)
Afsluiting Manuaal
Afsluiting Rugpositief
Afsluiting Pedaal
Kalcantenklok (Reil, 2021)
Windlosser
Toonhoogte: ½ toon boven normaal
Stemming: Neidhardt-II (Mense Ruiter 2010)
Windvoorziening: vijf spaanbalgen (Reil 2021)
Winddruk: 69 mm. Waterkolom
KOORORGEL
Gebouwd door Mense Ruiter Orgelmakers BV in 1982
Dispositie:
Manuaal (C-f ³) : |
Holpijp 8 vt bas/disc |
Prestant 8 vt disc |
Octaaf 4 vt bas/disc |
Roerfluit 4 vt bas/disc |
Octaaf 2 vt bas/disc |
Flageolet 1 vt bas/disc |
Pedaal (C-c¹) aangehangen
Kabinetorgel, maker onbekend (ca. 1773)
In voorjaar 2017 in bruikleen gekregen.
Dispositie:
Manuaal (C-d³): |
Holpyp Bass 8 vt / Disct 8 vt |
Prestant Disct 8 vt |
Gemshoorn Disct 4 vt |
Fluyt Bass 4 vt / Disct 4 vt |
Quynt Bass 3 vt / Disct 3 vt (C-D 1 1/3 vt) |
Octaaf Bass 2 vt / Disct 2 vt |
Gemshoorn Bass 1 vt |
Carljon Disct 1 vt |
Terts 1 3/5 vt |
Nevenregister:
Trambland, inliggend 1973